Carvium Novum
Recreatiepark en Natuurpark
In vogelvlucht over Recreatiepark en Natuurpark Carvium Novum. Deze video is met een Drone gemaakt door René Roos.
Alweer enkele jaren geleden zijn de eerste ideeën ontstaan voor herontwikkeling van een 65 hectare groot terrein aan de Eltenseweg te Lobith. Die plannen bestonden uit enerzijds ontzanding van het gebied en anderzijds uit het terugbrengen van een nieuwe economische functie. Die economische functie werd gevonden in een geheel van recreatieve bestemmingen: een thema-speelpark, horeca en verblijfsrecreatie, ingebed in een natuurlijke en waterrijke omgeving.
De firma A. Wezendonk Pannerden B.V. is al sinds 1966 actief bij de winning van oppervlaktedelfstoffen in de gemeente Rijnwaarden. Ten behoeve van de regionale grondstoffenvoorziening en de continuïteit in de bedrijfsvoering is zij steeds op zoek naar winningmogelijkheden. Het gebied krijgt middels zandwinning een nieuwe bestemming: nat natuurterrein met struinstroken en fietsroutes en een recreatieve kern, het eigenlijke Carvium Novum. Dit laatste kan weer onderverdeeld worden in een speelpark, het Romeins castellum en een restaurant met logiesverblijven (de zogenoemde lodges).
Reden voor een themapark vormt de ligging van het plangebied in de streek tussen Arnhem en Nijmegen en de Gelderse Poort. Deze streek vormde 2000 jaar geleden een belangrijke plaats voor de Romeinse beschaving. Op de planlocatie stroomt de Rijn Nederland binnen en dit biedt zowel geologisch als historisch interessante aanknopingspunten om het verleden te doen herleven. De Rijn vormde namelijk de grens van het Romeinse Rijk.
Rondom de plas komen fiets- en wandelverbindingen waardoor straks iedereen van dit nieuwe stukje waterrijk gebied kan genieten. Op twee eilanden in het zuid westelijk deel van het plangebied wordt moerasbos ontwikkeld. Moerasbos is van belang als broedbiotoop voor onder andere de purperreiger, lepelaar en blauwborst. Over beide eilandjes wordt een slingerend laarzenpaadje aangelegd, dat slingert door het moerasbos, zodat de beslotenheid tussen de bomen, de struiken en de rietkragen wordt afgewisseld met de weidsheid van de vergezichten over het water. De wandel- en struinroutes in het plangebied bestaan uit gras; door het gebruik als struinzone van deze oevers ontstaat op natuurlijke wijze een padenpatroon.